maandag 11 juli 2011
De grenzen van het ouderschap
De grenzen van het ouderschap
Ik heb je het leven gegeven,
Maar ik kan het niet voor jou leven.
Ik kan je dingen leren,
Maar ik kan je niet tot leren brengen.
Ik kan je vrijheid toestaan,
Maar ik kan er geen verantwoording voor doen.
Ik kan je meenemen naar de gemeente,
maar ik kan niet voor jou geloven.
Ik kan je bijbrengen wat goed en verkeerd is,
Maar ik kan niet voor jouw beslissen.
Ik kan je raad aanbieden,
Maar ik kan die raad niet van jou aannemen.
Ik kan je liefde geven,
Maar ik kan die je niet opdringen.
Ik kan je leren delen,
Maar ik kan je er n iet toebrengen onzelfzuchtig te zijn.
Ik kan je eerbied leren,
Maar ik kan je niet dwingen eerbied te tonen.
Ik kan je inzake vrienden raad geven,
Maar ik kan ze niet voor je uitzoeken.
Ik kan je op het stuk seksualiteitsbeleving raad geven,
Maar ik kan je niet rein houden.
Ik kan je over alcoholmisbruik voorlichten,
Maar ik kan niet voor jou nee zeggen.
Ik kan je tegen het gebruik van drugs waarschuwen,
Maar ik kan je niet weerhouden ze te nemen.
Ik kan je van verheven doelen vertellen,
Maar ik kan ze niet voor jou bereiken.
Ik kan je over vriendelijkheid vertellen,
Maar ik kan je niet dwingen vriendelijk te zijn.
Ik kan je voor zonde waarschuwen,
Maar ik kan je niet deugdzaam maken.
Ik kan je als mijn kind liefhebben,
Maar ik kan je niet dwingen met God te leven.
Ik kan je over Jezus leren,
Maar ik kan Jezus niet tot jouw Heer maken.
Ik kan je vertellen hoe je moet leven,
Maar ik kan je niet het eeuwige leven geven.
@onbekend